Vanaf 1 januari, als de meeste gewassen van het land zijn, start ons waterschap Aa en Maas met de jaarlijkse schouw. Tijdens de schouw controleert het waterschap of het onderhoud langs en in sloten en beken goed is uitgevoerd door eigenaren van aangrenzende percelen.
In natte perioden wordt overtollig water via sloten snel afgevoerd om wateroverlast in de omgeving te voorkomen. Het is daarom belangrijk dat het onderhoud juist is uitgevoerd.
Het waterschap onderhoudt de A-watergangen (de hoofwatergangen) zelf. Voor het onderhoud van de B-watergangen die lokaal water aan- en afvoeren, zijn eigenaren van de aangrenzende percelen verantwoordelijk. Dagelijks bestuurslid Peter Ketelaars geeft aan: “In de afgelopen jaren hebben we tijdens de schouw gezien dat de meeste eigenaren die taak goed uitvoeren. Dat is fijn en belangrijk, omdat het gevolgen heeft als het water niet goed kan doorstromen. Als we tijdens de controle zien dat de watergang niet genoeg is onderhouden, dan geven we aan wat er nog moet gebeuren. Zo draagt iedere eigenaar met het onderhoud bij aan een goed werkend watersysteem.”
Onderhoud aan sloten en beken is een wettelijke verplichting. In de Keur van waterschap Aa en Maas staan de regels voor het beheer en onderhoud ervan en wie het onderhoud moet uitvoeren.
Goed onderhoud betekent dat:
– de waterloop (talud en bodem) vrij is van begroeiing, bladeren en voorwerpen
– de zijkanten van sloten en beken (taluds) gemaaid zijn
– er geen verschuivingen van de zijkanten van de beek/sloot en grondophopingen zijn
– duikers open en in goede staat zijn
– de bodem van de sloot breed genoeg is en het talud niet te steil is.
Het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor het verwijderen van ongewenste begroeiing is niet toegestaan.