Beste mensen,
Onderstaand het verslag en de foto’s van mijn verblijf in Lesbos.
“Omdat velen van jullie samen veel geld gegeven hebben voor Lesbos, heb ik een extra uitgebreid verslag gemaakt van de week dat ik daar was. Het is nog steeds erg verdrietig dat het in het land van herkomst zó vreselijk is, dat mensen voor woekerprijzen met teveel anderen in slappe bootjes een ijskoude zee op gaan om te vluchten. En dat ze vervolgens soms wel anderhalf tot twee jaar in zo’n kamp verblijven om daarna nog steeds in een moeilijke situatie te verkeren of teruggestuurd worden. Dat kan ik allemaal niet veranderen. Maar door ons geld, mijn handen en mijn lach en aandacht, heb ik toch op kleine schaal een kleine verbetering of een mooi moment kunnen brengen.
Because We Carry (BWC)
BWC helpt in het bijzonder zwangere vrouwen en pas bevallen moeders en hun kindjes. Deze vrouwen dragen hun kindjes letterlijk als ze van hun bootjes afstappen en op Lesbos arriveren. BWC is destijds gestart met het uitdelen van baby-draagzakken en geeft inmiddels nog veel meer praktische, ook educatieve, materiële en andere ondersteuning aan deze doelgroep. Daarnaast geven ze ook uitvoering aan ‘programma’s’ voor iedereen (nu ca. 3500 mensen) in het vluchtelingenkamp RIC Mavrovouni (RIC).
Een ‘weekteam’ en de andere BWC’ers
• In Nederland zit een kleine, vaste organisatie van BWC.
• Op Lesbos, in het vluchtelingenkamp, zijn steeds 4-5 ‘vaste’ Nederlandse vrouwen ca. 1-3 jaar actief.
• Daarnaast werken 60-70 vluchtelingen uit het kamp, opgeleid voor het (vrijwilligers)werk bijna dagelijks mee. Zij worden de RICa’s (de vrouwelijke vluchtelingen) en RICo’s (mannen) genoemd (het kamp wordt vaak tot RIC afgekort).
• Elke week komt een nieuw weekteam van zes mensen uit Nederland naar Lesbos om samen te werken. We hebben elkaar in Nederland een keertje ontmoet en zijn samen op reis gegaan.
Het weekteam draagt op diverse manieren bij. Het streven is dat het zo’n €8000 als team ophaalt, waarvan o.a. 1450 verse groentepakketten voor het hele kamp van bekostigd worden. (In coronatijd konden de ‘weekteams’ niet gaan en kwam er minder geld binnen. Toen zijn de groentepakketten een aantal malen niet verstrekt.) En de Griekse verloskundige wordt ervan betaald, die voorlichting geeft aan de zwangere en pas bevallen vrouwen en tweemaal per week een extra voedzame lunch voor hen. Dankzij jullie donaties, heb ik zelf bijna €7000 bij elkaar gebracht en de andere teamleden per persoon zo’n €2000. Een supermooi resultaat.
Verder steekt het weekteam de handen uit de mouwen samen met de RICa’s en RICo’s . Zij kijken uit naar deze samenwerking omdat het hen veel leert over andere culturen, ze oefenen andere talen (vooral Engels) en voelen zich gewaardeerd en nuttig. En het weekteam zorgt weer voor aandacht voor de situatie van vluchtelingen op Lesbos.
Indrukwekkende en ook mooie week
De week: hard werken, deels in het kamp, deels in de opslagloodsen van BWC en bij het gebouw van de groenteveiling. Met z’n zessen sliepen we in een teamhuis, een paar kilometer van het kamp. We kookten daar samen en lagen meestal al bijtijds in bed ’s avonds, door het fysiek werk en alle indrukken. Omdat het weer enkele weken geleden erg slecht was, heel veel regen, hadden we op instructie regenkleding en -laarzen meegenomen. De hele week is het echter, gelukkig, zonnig geweest. Vorig jaar, toen dit kamp er net was, was het kamp door veel regen een modderpoel. Tenten liepen onder water en het waait sowieso erg hard daar, vanuit zee. Sinds kort zijn er een soort afwateringsloten gegraven, waar nu hekjes om komen (ter preventie van ongevallen met kindjes) en zijn de hoofdpaden gegraveld.
Corona onder controle in het kamp
In het kamp is weinig corona, door consequente handhaving van maatregelen. Vluchtelingen die aankomen, verblijven 10-14 dagen in een geïsoleerd deel van het kamp. Er worden nu meer toiletgebouwen geplaatst (zoals je hier wel op festivals ziet) en de douches zijn er al. De huidige toiletten zijn voldoende in aantal, maar zijn alle Dixies. Daarbij staan op veel plekken jerrycans waar je zeep en water kunt tappen voor handhygiëne. Vanuit BWC werd ons verzocht om ons op het eiland nog te laten testen op corona, zodat we zeker niet corona het kamp in brengen.
Vanwege corona is er in het kamp veel meer politie. Dat heeft er ook toe bijgedragen dat de veiligheid sterk verbeterd is. En er wonen veel minder mensen dan eerst.
Het oude Moria
We bezochten het terrein waar het oude kamp was. Dat was compleet uit zijn voegen gegroeid met op het dieptepunt ruim 20.000 vluchtelingen. Deze woonden niet alleen in de opvang-tenten maar hadden ook allerlei bouwsels zelf gemaakt. Het terrein was enorm uitgebreid, vele malen groter dan het oorspronkelijke militaire terrein. Het ging de heuvels over, de olijfboomgaarden in. Nu staan er nog kapotte sanitairruimtes en een paar verlaten tenten. Je ziet goed hoe ze daar leefden, met pallets op de grond in de tent of hutje, daarop soms een doek of tapijt en dan dunne slaapmatjes (zoals wij bij yoga gebruiken). En vaak een kookplaatje.
Werkers omschreven het oude kamp als een soort getto. Overdag had het sfeer en was er veel levendigheid, met allerlei handeltjes die gedreven werden. ’s Avonds echter, waren er steekpartijen, verkrachtingen en diefstal. Ook werd soms groente of vee uit tuinen van eilandbewoners gestolen. Niet goed natuurlijk, maar de mensen die van een bootje komen, hebben helemaal niets.
Na Moria en ook door corona, is een deel van de mensen versneld met tijdelijke vergunningen naar het vaste land gegaan, veelal naar Athene. Dat heeft ervoor gezorgd dat nu daar ook veel problemen zijn met opvang, huisvesting.
Uiteenlopende werkzaamheden
De eerste dag, werkten we in de loodsen van BWC. Zo kregen we goed zicht op wat de organisatie doet en troffen we voorbereidingen voor distributies in het kamp de dag erna. We maakten b.v. ‘comfort-pakketjes’ voor zwangeren. Zij krijgen een hoge stretcher, een warm huispak, een kussen, een kruik, zeep en kraam-/maandverband.
De moeder van een RICo had koekjes gebakken voor ons allemaal, zo lief (en erg lekker).
Verder hebben we een deel van de loods opgeruimd waar de spullen lagen voor toen het zo’n slecht weer was, daar lagen ‘nood-spullen’ voor vluchtelingen die in de problemen kwamen door de vele regen. Ook hebben we pakketten gemaakt voor Athene, waar BWC sinds kort ook helpt. Dat waren b.v. baby-kleertjes en baby- en volwassen slaapzakken. En ik heb de WC in de loods gepoetst, dat moet soms ook even gebeuren he.
In de loods staan allerlei spullen voor zwangeren, moeders met baby’s en voor alle andere vluchtelingen. Veel komt uit Nederland, maar waar mogelijk kopen ze spullen op Lesbos in, om de lokale bevolking toch enigszins te laten profiteren omdat zij ook veel hinder ondervinden van het kamp. In het kamp zelf zie je heel veel Nederlandse kinderwagens en buggy’s, die vorig jaar grootscheeps in Nederland ingezameld zijn.
De volgende dag brengen we de pakketten rond voor de zwangeren en andere pakketjes voor moeders die net bevallen zijn. De reacties verschillen. Sommige moeders lijken dwars door je heen te kijken, erg afwezig. Anderen zijn erg blij en laten gelijk hun schattige baby zien of roepen de buurvrouwen om hun spulletjes te showen. Van de vaste teamleden horen we dat veel moeders (en vaders) sterk getraumatiseerd zijn door wat in hun eigen land en op reis naar Lesbos, gebeurd is. Dat maakt dat het moeilijk voor hen is om hun kinderen ‘normaal’ op te voeden. Dus veel kindjes hebben b.v. hechtingsproblemen.
Er zijn sowieso veel kindjes in het kamp, valt me op. Oudere kinderen krijgen in (te) beperkte mate school. Jonge kindjes spelen in het bouwafval dat op hopen aan de randen van het kamp ligt. Soms is er een schommeltje zelfgemaakt of voetballen ze boven het kamp op een berg, waar de Johan Cruiff foundation een voetbal- en basketbalveld heeft aangelegd.
’s Middags ging ik in het kamp op pad met een RICa, om vragenlijsten af te nemen bij zwangeren. Dat ging over de lunchpakketten en kleding die ze nodig hebben. Ze krijgen extra lunches omdat ze anders te weinig voedingstoffen binnenkrijgen. Fatima, de RICa, tolkte dan tussen mij en de zwangere. Dat was nog best ’n gedoe, want zij sprak matig Engels en de zwangeren vaak ook niet. Met Google Translate, kwamen we er samen wel uit. Fatima vroeg me vaak om woorden uit te leggen of te herhalen, omdat ze heel graag beter Engels wilde leren. Op de tenten is een nummer gespoten. Zo zoeken we iedereen op. Veel vluchtelingen komen uit Syrie of Afghanistan en dan nog een groot scala aan andere landen.
Op woensdag stellen we bij de groenteveiling in een treintje met de RICo’s 1450 groentepakketten samen. Het tempo is ontzettend hoog en we hebben lekker muziek erbij uit hun en onze culturen. Met een bus worden de pakketten naar het kamp gebracht. De mensen kunnen de vaste maaltijden (2x per dag) ophalen bij zogenaamde ‘food lines’. Meestal doen de mannen dat, ze moeten dan in de rij staan. Omdat BWC menswaardigheid hoog in het vaandel heeft staan, geven ze er de voorkeur aan om de groente per tent te bezorgen. Dat gaat weer op tentnummer en de RICo’s en ik laden bolderkarren vol en met lijsten lopen we iedereen na. Soms blijkt dat iemand naar Athene of b.v. Duitsland is gegaan. Dat vertellen de buren dan.
’s Middags maken we een lunch voor de hardwerkende RICo’s en het BWC-team. De spullen hebben we de avond ervoor gekocht en ik heb de kip toen alvast schoongemaakt en gebakken. We serveren wraps die iedereen zelf lekker kan vullen. Een enkeling heeft aanvankelijk nog de ‘wa ne boer nie kent, dè vreet ie nie’-houding maar als hij ziet dat de andere vluchtelingen van alles in hun wrap leggen en deze smakelijk verorberen, gaat hij ook overstag en werkt er wel drie weg. Dat smaakt vaak beter dan de soort magnetron-/vliegtuigmaaltijden die ze normaliter uitgedeeld krijgen.
Het zelf koken vinden mensen vaak ook fijn. Naar eigen smaak en met verse producten, vandaar dat BWC de groentepakketten distributie is gestart. Ze doen vaak ‘programma’s’ voor ofwel een specifieke doelgroep, ofwel voor íedereen. Daarom kan ik ook niet zomaar b.v. mijn winterjas aan iemand geven. Dan maak je onderscheid en dat is niet wenselijk.
Tot slot moeten er nog een hoop kinderwagens van de ene naar de andere loods vervoerd worden. De grote loods moet opgeruimd worden omdat in het weekend een grote vrachtwagen uit Nederland aankomt. Alles moet in de loods passen. En ik heb nog hartjes geknipt en beschreven, omdat ze de spullen met liefde en als een cadeau willen geven aan de mensen in het kamp.
In het teamhuis bak ik nog pannenkoeken voor de groep (niet helemaal Herberghe de Coeckepanne-kwaliteit, maar toch lekker ?) en dan bekaf m’n bed in.
De huisvesting in het kamp kent enige variatie. Er zijn hele grote rechthoekige tenten. Daarin zijn een soort ‘hokken’/kamers gebouwd met schotten. Daarin staan telkens twee stapelbedden en daar verblijven alleenreizende mannen, vaak kennen ze elkaar niet. Zij zijn vaak eenzaam en hebben weinig om handen. Ze zijn blij als ze bij een organisatie mee mogen werken.
Dan zijn er heel veel gezinstenten. Deze zijn regelmatig door twee gezinnen bewoond met ingangen van weerskanten en een doek in het midden. Deze zijn erg koud. Er is vorig jaar met het noodweer overal een extra kunststof doek overheen gespannen, maar het blijft natuurlijk heel koud. In een gewoon huis is het deze tijd van het jaar al koud als je de verwarming uitlaat, laat staan in een tent. Op de grond liggen pallets met daarop een isolerend stuk tapijt dat BWC vorig jaar geregeld heeft.
Als ik in zo’n tent kom, is m’n eerste gedachte: ‘Goh, netjes opgeruimd hier.’ Totdat ik beter rondkijk en zie dat er gewoon helemaal niets staat. De mensen hebben helemaal niets. Soms staat er een geschonken rieten wieg of een kookplaatje, maar meer ook niet. Het is gewoon leeg.
Er zijn ook een soort hardplastic huisjes, net zo groot als de tenten maar iets steviger. En voor de meest kwetsbare mensen zijn er ‘isoboxen’. Daarin is enige klimaatregeling mogelijk. In de zomer is het in het RIC superheet geweest. Er staan maar 3 bomen op het hele terrein, dus geen enkele beschutting. Moeders met pasgeborenen, hele oude mensen of mensen met een handicap of andere heftige problematiek krijgen zo’n isobox als woonruimte.
Om hun woonplekje heen, bouwen mensen vaak wat uit, zodat hun schoenen droog buiten de tent kunnen staan of voor een kookplekje of waar kinderen apart kunnen slapen.
We brengen voor de zwangeren snowboots rond. Soms komt de echtgenoot deze weer terugbrengen bij de trailer waar het kantoortje zit van BWC. Hij zegt dan dat het zo warm is voor zulke laarzen en of we ze niet aan anderen moeten geven, waar het wel koud is. Geen besef van dat het binnenkort heel koud kan worden. We leggen het hem uit en dan neemt hij ze toch mee terug naar zijn vrouw.
Tijdens het wachten op spullen speel ik een potje voetbal met wat jochies in het kamp. Soms kijkt ’n ander kindje afwachtend toe en schop ik zachtjes naar hem. Dan durft hij ook aan te sluiten. Ik blijk niet heel getalenteerd maar dat zorgt wel voor hilariteit.
We nemen een kijkje bij het voetbal- en basketbalveld. We mogen meedoen met het voetbalpotje. Ik loop nog een rondje bij de trailers die klaarstaan om als schooltje en computerlokaal te dienen. Onderwijs komt maar mondjesmaat van de grond, door bureaucratie, geld en personeelsproblemen. Erg jammer. Dan zie ik op het basketbalveld een jongetje van een jaar of 8 in z’n eentje basketballen, terwijl anderen om hem heen voetballen. Hij houdt niet van voetbal blijkt. Dan ga ik met hem basketballen. Eerst wat schuchter en heel veel naar mij overspelen en na een kwartier is hij helemaal los en gaat het er fanatiek aan toe. Hij kan nog steeds niet achterwaarts een bal in het net krijgen maar we gieren allebei van het lachen. Even een vrolijk moment.
De volgende dag blijkt een vrouw plots in het ziekenhuis overleden te zijn. Ze hoorde bij een van de RICo’s, een mannelijke vluchteling die ons vast mee helpt met het werk. De mensen in het kamp komen direct in actie en gaan de traditionele uitvaart regelen en vangen de achterblijvende man en zijn jonge kindjes op. Ze kloppen bij BWC aan voor wat spullen. Die kunnen ze niet zelf kunnen kopen omdat ze geen geld hebben, maar het hoort bij het afscheid. Ze willen ergens wat metselen, met bakstenen en hebben ook dadels nodig. Dat wordt geregeld.
Daardoor gaat onze middag-activiteit niet door. Onze mannen zouden met de RICo’s gaan voetballen en wij zouden met de RICa’s, de vrouwelijke meehelpende vluchtelingen, gaan dansen. We hadden een choreografie gemaakt op Waka Waka van Shakira, want dat lied kennen ze vaak en vinden ze vrolijk. Maar door het overlijden is de sfeer verdrietig. We werken verder in de loodsen.
Op zaterdag zouden we normaliter niet meer werken. Maar in Nederland zijn ruim 4000 zo goed als nieuwe winterjassen ingezameld en evenzoveel paar regenlaarzen en nog overige winterspullen. De vrachtwagen (het vervoer wordt ook van onze giften bekostigd) komt ’s ochtends aan en we ruimen deze leeg met de RICo’s. Niet alles gebeurt even efficiënt maar rond 15 uur is de klus geklaard. Alles staat gesorteerd en wel, in de loods. We zorgen nog voor een gezonde lunch op de grond in het zonnetje, voor de loods. Dan laten we nog even de dans zien en draaien even lekker hard muziek en lachen met elkaar.
Zondagochtend vroeg poetsen we ons teamhuis en rijden met de huurauto’s naar het vliegveld. We stappen over op Athene en ’s avonds ben ik weer in Lierop. In mijn hoofd en hart blijf ik nog bezig met alles wat ik deze week gezien en meegemaakt heb. Wat is het toch een geluk als je wieg hier staat en wat staat deze mensen nog allemaal te wachten…
Dank je wel voor jullie bijdragen
Alle mensen, nogmaals heel veel dank voor jullie royale giften. Ik heb gezien hoe direct en nuttig elke euro besteed wordt en hoe hard het nodig is.
Mocht je dit lezen en ook nog willen doneren, stuur me dan een Whatsappje op 06 52 62 11 88 of stort je bijdrage op NL 43 RBRB 0692 4907 95 o.v.v. Lesbos”.
Liefs van Ingrid van Schalen